zaterdag 27 oktober 2012

Zou het vandaag weer zonnig zijn..?

Vanochtend kleedde ik me warm aan: een wollen vest aan, een warme legging, kousen, een sjaal om, een jas aan en naar buiten. Sinds gisteren is de koude gure herfst toegeslagen in Yamagata... het zal alleen maar kouder worden, totdat we ons niet meer kunnen bewegen in een dik pak sneeuw... dacht ik. Buiten bleek de lucht hetzelfde te zijn als toen ik hier pas aankwam. De rode herfstblaadjes waren sterk in contrast met de felblauwe lucht. Het zonnetje scheen. En terwijl ik het verschil tussen de Japanse partikels 'wa' en 'ga' probeerde te begrijpen, kreeg ik het zo warm in die zonnige collegezaal! Steeds denk ik dat het gewone leven in Yamagata is begonnen, maar toch blijkt elke dag een verrassing te zijn.



Met de trap naar beneden liepen we naar de kelder van het museum. Bij de ingang lagen een aantal zaklantaarns en beneden was het heel erg donker... gewapend met een lantaarn gingen we naar beneden, naar het hol van de beer. Daar stond hij dan: een kar in de vorm van een boze beer met een zitje voorop en met twee handvatten achterop als een soort kruiwagen. "Ga maar zitten" zei Ayaka en een beetje lacherig ging ik voorop zitten. Ze duwde me naar voren, door allerlei beschilderde doeken heen, als een soort wasstraat. Wild scheen ik met de zaklantaarn om mij heen, op de figuren op de doeken en de vreemde attributen, zoals mysterieuze pluchen beesten, hoeden van het Hanagasa matsuri en nog meer dingen die leken te verwijzen naar de cultuur van Yamagata. We waren bij de tentoonstelling van Arai Ryoji, een kunstenaar die in Yamagata geboren en getogen is en de liefde voor zijn thuisprefectuur in veel van zijn kunst toont. Zo ook in zijn boek 'Asa ni natta no de mado wo akemasu yo' (omdat het ochtend is geworden, doe ik het raam open ), waarin de kleurrijke, impressionistische schilderijen van bloemen, bergen en huizen van het papier lijken te knallen. In elke grofgeschilderde tekening zijn ook kinderen te vinden, heel fijntjes getekend, uit het raam kijkend naar het uitzicht om hun heen. Sowieso is het kind en het kinderlijke snel terug te vinden in zijn werk, zoals meer Japanse kunstenaars van tegenwoordig zoals Yoshitomo Nara en Ayako Rokkaku. Achter het kind blijkt vaak een diepere gedachte te schuilen. Ayaka en ik gingen naar buiten, waar kinderen een spelletje speelden op een bontgekleurde mat met supergrote gekleurde dobbelstenen. Ze leken veel plezier te hebben en ongegeneerd speelden we een spelletje met ze mee. De zon begon lager te staan en we liepen terug naar de auto. "Heb je zin om mee te gaan tennissen?" vroeg Ayaka opeens. Ik vond het heel leuk dat ze me uitnodigde, maar wist even niet hoe ik moest reageren.



Met een paraplu boven ons hoofd liep ik samen met de andere internationale studenten over een klein trappetje naar beneden, we bukten en gingen de lage boot in. Naast ons lag een schoenenbak waar we onze schoenen achterlieten. Toen één tree naar boven, op onze sokken liepen we gebukt over de tatamimatten, die fijn onder onze voeten voelden. Van het begin af aan was ik al blij dat ik me had ingeschreven voor deze gratis reis, die mogelijk werd gemaakt door een groepje oudere dames die met hun ladies club culturele uitwisselingen steunen. "Elk jaar kijken we weer naar deze reis uit," zei één van hen tegen mij en ik kon me het heel goed voorstellen. Zittend op de tatamimatten keek ik om me heen, overal om me heen waren er ramen, die de lage boot toch heel ruimtelijk maakten. Toen de boot ging varen keken we onze ogen uit: overal om ons heen woest water, bergen, rotsen, watervallen, mystieke plekken en af en toe een rode torii met een vaag zichtbare tempel erachter. De regen tikte zachtjes tegen het raam en zorgde voor een knusse sfeer. Vooraan de boot stond een oud mannetje in traditionele kleding, een hoed op en een tekening van een mandarijneend op zijn rug. Met een sterk accent liep hij verhalen en grapjes te vertellen. De dames lagen vaak in een deuk, de internationale studenten niet. Onverwachts zette hij opeens een dramatisch lied in met harde uithalen, waarbij ik even niet kon geloven dat het zijn eigen stem was. Nee, je weet hier nooit wat je kunt verwachten... 


En zo was ik ook verbaasd toen we bij het Dalia park aankwamen in Kawanishi-cho, tijdens één van de excursies van Yuu-sensei, onze enthousiaste docent van 'Japanese Culture', een college waarvoor we nog nooit in een collegezaal hebben gezeten. Een enorm park met dalia's in alle kleuren en vormen die je maar kunt bedenken, soms vreemd en ingenieus, met vele kleine ronde blaadjes van binnen naar buiten, waarbij je moeilijk kunt geloven dat de natuur dat echt zelf heeft gemaakt. We kwamen bij een veld met bloemen aan, met een lange tafel ervoor met vele snoeischaren erop. We kregen uitleg van de mensen van het park. Dit veld is speciaal bedoeld voor bezoekers die zelf dalia's willen knippen en als een boeket mee naar huis willen nemen. En dat wilde ik ook heel graag natuurlijk, ze waren allemaal zo prachtig! En zo ging ik met mijn snoeischaar het bloemendoolhof in, waar ik bij elke soort twijfelde of deze mooi genoeg was voor mijn verzameling of niet. Het resultaat was een boeketje van mijn favoriete kleuren paars, roze en wit, sommige met meerdere kleuren in één bloem. De mensen van het park deden erg hun best en pakten alle bloemen voor ons in met papier en plastic en een beetje water onderin, zodat ze het even uithielden. Met een bosje bloemen in de ene hand en een uniek Kawanishi rode-bonen softijsje in de andere hand, zat ik op het terras van het park, met het laatste zonlicht in mijn gezicht. Voor mij zat Ilona (mijn buurvrouw uit Estland) en naast mij zat een goede vriend van Yuu-sensei, zijn vrouw en twee zoontjes die libelles aan hun vleugels konden oppakken met één hand en die hun ijsje graag met mij wilden delen... zo schattig! "It was a really good idea to buy ice cream,' zei Ilona.  Ik dacht precies hetzelfde...

6 uur. Het is al donker. Ik sta voor de eerste keer in mijn leven op een tennisbaan met een racket in mijn hand. In Japan, in Yamagata, met overal bergen om mij heen. "Risanne-chaaaaan!" klonk de ijselijke gil van mijn medespeelster naast mij toen de groene bal mijn kant opkwam. Als een wilde sloeg ik om mij heen. Hij was zowaar raak... "Naisshoooooo!" Dit was een woord dat ik die avond van alle kanten hoorde wanneer een bal op een goede of minder goede manier raak was. Blijkbaar is het gewoon de Japanse uitspraak van 'Nice shot', maar ik beschouwde het als het nieuwe Japanse woord van de avond. Daar stonden we dan met z'n vijven op die verlichtte tennisbaan, behalve Ayaka waren we allemaal amateurs en speelden we tennis op een manier zoals je nog nooit gezien hebt. De jongens met dramatische kreten en slidings, die me nog het meest deden denken aan een Japanse film over vechtsport. De manier waarop ik de bal sloeg deed nog het meest aan honkbal denken, met helaas een heleboel home-runs. Toch was het een hele gezellige avond en iedereen was zo aardig voor elkaar. Op een paar niet al te serieuze verwijten na ("Kare wa Craaaazy!", oftewel hij is gek). In de auto op weg naar huis kletsten we nog een beetje. Ayaka verontschuldigde zich en zei dat ze voor haar onderzoek tijdelijk naar Tokyo gaat. Ze weet niet wanneer ze terugkomt.
Saori moest lachen toen ik vroeg of zij soms de theeceremonie-sensei was. "Nee, ik maak alleen de thee!" zei ze, terwijl ze de houten schuifdeur opentrok en we met z'n drieën het traditionele theehuis binnen konden gaan. Schoenen uit en op de verhoging stappen, op de tatami matten. Langs het voorkamertje waar een paar meubels en een grote pot stonden door de rechter deuropening naar een grotere kamer. Hier zagen we de echte theeceremonie-sensei, een mevrouw op leeftijd met een indrukwekkende uitstraling die rechts vooraan in een hoekje zat. Akiko en ik gingen in het midden van de kamer in seiza (op onze knieën) zitten, zoals de bedoeling is bij een Japanse theeceremonie. Van de sensei kregen we ieder een vierkant kussen, die we achter onze knieën konden neerleggen, wat de seiza makkelijker zou maken. Saori was inmiddels verdwenen en in het kamertje achter ons hoorden we gerommel. Zwijgzaam keken we om ons heen. De kamer oogde oud en leek helemaal van hout gemaakt te zijn, met schuifdeuren aan de linkerkant. Het was een bepaalde houtsoort dat lekker rook. Naast ons was er een alkoof, waar een bloemstuk met cosmea stond (de paarse bloemen die we in Cherryland in het veld hadden gezien) en een calligrafische schildering aan de muur hing. Toen kwam Saori opeens tevoorschijn in een prachtige kimono met bloemen erop. Geconcentreerd voerde ze iedere handeling uit: het dragen van de pot, het netjes neerleggen van de materialen, het maken van de thee, het inschenken van de thee, het serveren van de thee, alsof ze over alles diep na moest denken. Ondertussen vertelde de theeceremonie-sensei over de lange studie die ze achter de rug heeft en de vele reizen die ze heeft gemaakt, onder andere naar Nederland wel veertig jaar geleden. Ze raakte niet uitgepraat over de prachtige tulpen in Nederland. Terwijl ze vertelde genoot ik van het zoete esdoornbladvormige snoepje en de bittere thee erna, die een perfecte smaakcombinatie vormden. En van de mooie kamer, de geur, de aandachtigheid voor het moment, de levenslustigheid van de oude mevrouw die zoveel te vertellen had en het feit dat dit een uniek moment was zoals ik niet snel in mijn leven weer zal meemaken. Vlak voordat we vertrokken kreeg ik een souvenirtje van de sensei: tulpen gemaakt van chirimen (kimonostof). Een beetje Japan en Nederland bij elkaar...

woensdag 10 oktober 2012

Yama wa ikite iru! Een leven tussen de bergen...

De blaadjes aan de bomen beginnen steeds roder te kleuren en binnenkort zullen de groene bergen ook veranderen in een mengeling van mooie herfstkleuren. Elke dag als ik met de fiets de heuvel op ga naar de universiteit, geniet ik van de natuur, de mooie straten van Yamagata, de leuke tuintjes en (vaak nog steeds) het lekkere weer. De fiets heb ik samen met Ayaka en Akane gekocht, mijn mentrixen die mij s'avonds opeens opbelden omdat ze opeens een aanbieding zagen bij een fietsenwinkel die alleen voor die avond gold! Zo lief van ze! En nu ben ik de trotse eigenaar van de fiets met de roze bloemenslinger om het stuur die ik altijd rechts vooraan bij de ingang van de universiteit 'parkeer'. Ik heb al veel gefietst door Yamagata, het gaat een stuk sneller zo om de boel te verkennen! Bergen, huizen, statige westers ogende gebouwen en vooral veel groentewinkels, sommige netjes geordend met iedere appel en peer een eigen 'jasje', andere superslordig met alles door elkaar heen gesmeten en een winkeleigenaar die spoorloos is (mysterieus)!
Het oude gemeentehuis van Yamagata, in westerse bouwstijl.
De poort onder de buitenste stadsmuur door.
Maar mijn leukste fietstochtje was nog wel naar het Kajo park, waar ik een bezoekje nam aan de oude stadsmuren van Yamagata. Over de houten brug fietste ik over de gracht heen, langs de buitenste muur, naar de andere kant van het park. De binnenste muur was ook zichtbaar, maar hier kon je niet naar binnen. Vroeger stond hier het kasteel van Yamagata en binnenkort gaan ze beginnen aan de herbouw van het kasteel... ik ben benieuwd hoe het eruit gaat zien! Ik zette mijn fiets neer bij een hek en liep over een pad door een grindtuin, langs het beeld van een historische held naar een imposante poort. Daarnaast kon je met de trap naar boven, een kijkje binnenin de fris ogende witte stadsmuren nemen. Hier was tot mijn verbazing een museum over de geschiedenis van Yamagata als kasteelstad. Een aardige oude man die er als vrijwilliger werkte probeerde mij in eenvoudig Japans de hoogtepunten van de geschiedenis van Yamagata uit te leggen. Al gauw ging het gesprek over op andere onderwerpen, zoals studeren in het buitenland en de uitgebreide reis naar Europa die hij in zijn jonge jaren heeft gemaakt. Vooral over Nederland was hij tegen mij natuurlijk erg enthousiast: "In Nederland zijn de tulpen, de molens en vooral de vrouwen heel mooi!". Op mijn reactie dat heus niet iedereen in Nederland heel mooi is, moest hij lachen. Als laatst keken we naar een film over Yamagata in de vier seizoenen... vooral als de kersenbloemens bloeien zal het hier zo mooi zijn in het Kajo park! Bij ons afscheid wenste hij me veel succes met m'n studie in Yamagata. Grappig hoe je toch leuke ontmoetingen en lange gesprekken kunt hebben met mensen, ookal ben je alleen... of misschien juist wel doordat je alleen bent begonnen!
Deze foto is gemaakt door Ayaka. Het laat echt de sfeer van die avond zien!
Jawel, een echte verjaardagstaart!
Al gauw kreeg ik het steeds drukker, een wervelwind aan informatie, ontmoetingen, beslissingen, huiswerk en leuke dingen! Eén van de hoogtepunten was mijn verjaardag op 4 oktober, waarvan ik van tevoren had bedacht dat ik het dit jaar maar niet (of nauwelijks) zou vieren. Ik ben immers nog maar pas in Yamagata en ik zal nog wel helemaal niemand kennen... Op het moment dat mijn mentrix Ayaka en ik bij Softbank (een telefoonwinkel) zaten om de papieren te tekenen voor mijn mobiele telefoon, moest ik mijn geboortedatum invullen. Ayaka keek goed mee en ik zag haar gezicht oplichten toen ik deze cijfertjes had opgeschreven. We bleken op dezelfde dag jarig te zijn! En zo werd ik bij het lokaal van Kobayashi-sensei (mijn kunstdocent en adviseur) die avond verrast met een compleet verjaardagsfeestje! We hadden hier afgesproken, maar ik wist nog niet wat ik kon verwachten... Die avond maakte ik kennis met veel vriendinnen van Ayaka, allemaal kunststudentes die ieder hele andere persoonlijkheden hadden, maar toch heel goed bij elkaar pasten en op een hele leuke, ongedwongen manier met elkaar omgingen. Ook namen ze mij en Dave (de gasten) heel goed op en we hebben die avond hele gezellige, grappige en interessante gesprekken gehad! Ook hebben we samen het hele whiteboard van het klaslokaal ondergetekend met een onsamenhangend kunstwerk (de zogenaamde wondervogel), een cartoon van mijzelf door Ayaka, een uitleg over het Nederlandse alfabet door mij en vreemde kanji-interpretaties van mijn naam. Samen hebben we heerlijke imoni (aardappelstoofpot uit Yamagata), curry udonnoedels, een boel lekkere en bijzondere snoepjes, een pompoen verjaardagstaart en een zelfgebakken appeltaart (door Akane's moeder) gegeten. De spanningen liepen hoog op toen iemand met het idee kwam om armpje te drukken met Dave... uiteindelijk heeft niemand van hem gewonnen, ook Kobayashi-sensei niet. De merkwaardige hoofddeksels die op die avond gedragen werden (inclusief ijsbeer), de handpoppen die rondgingen, het kleine dansoptreden, het kijkje in het atelier van Nao (waar hele mooie etsen en andere kunstwerken verstopt lagen) en de mooie (persoonlijke) cadeaus die ik had gekregen, maken het plaatje compleet... een verjaardag die ik nooit zal vergeten!
Samen imoni maken!
Aan de woest stromende rivier picknicken...
Itadakimasu!
Inmiddels heb ik ook een paar uitstapjes buiten Yamagata-stad gemaakt en daarmee kennis gemaakt met de prachtige natuur van de omgeving. Zo ben ik samen met de Japanse cultuurklas te gast geweest bij een gezin in een dorpje ten noorden van Yamagata, waar we helemaal 'back to nature' gingen. De aardappelstoofpot die we op traditionele wijze aan de oever van een rivier hebben gegeten, was gemaakt van aardappels die we zelf uit de grond hadden getrokken en uit elkaar hadden gehaald, zelf hadden gewassen, geschild en gesneden. En wat smaakte het toch heerlijk, met het idee in je hoofd dat je zo bij je eigen eten betrokken bent geweest! Op een matje op het gras zaten we naast elkaar met een kommetje stoofpot, een glas ijsthee en af en toe gingen er appel en perzikenpartjes rond, die ieder heerlijk zoet en sappig waren! We deden spelletjes met elkaar en klommen over de drijvende rotsen naar de andere kant van de rivier (niet geheel droog trouwens). Ik staarde naar het stromende water, de kleine visjes die hierin zwommen, de bergen erachter, de felgekleurde roze en blauwe huisjes in de verte...
Samen koude sobanoedels eten in het sobarestaurant.
Ik mengde goed met de bloemen die dag!
Dezelfde soort momenten heb ik gehad toen ik gisteren met Akiko op pad ging. Samen gingen we met de auto naar Sagae, een plaatsje vlakbij Yamagata dat beroemd is om de kersen en het andere mooie fruit. Daar gingen we naar Jion-ji, een prachtig tempelcomplex in de heuvels. Het was heerlijk weer en de blauwe lucht en het zonlicht maakten het groen, de knalrode bloemen langs de tempels en de mooie oude houten gebouwen en de indrukwekkende pagode nog mooier. We hebben er wierook gebrand, de bel geluid en gebeden voor goed geluk. We hebben heerlijk gegeten in een traditioneel sobarestaurant vlakbij het tempelcomplex, dat vanbuiten een gesloten indruk maakte maar binnen heel levendig was. Aan een lage tafel aten we de voedzame boekweitnoedels en de tempura, terwijl we de enorme collectie blauw aardewerk bewonderden (Delfts blauw is hiervan afgeleid), waarvan ze wel 1200 exemplaren hadden! Op ons gemak gingen we daarna met de auto naar Cherryland, een paradijs van fruit, fruitsnoepjes en ander lokaal eten, waar ze ook heerlijke ijsjes verkochten. Met onze kersenijsjes in de hand, liepen we achter het gebouw langs naar de picknickplaats, wat waarschijnlijk één van de mooiste plekken was waar ik tot nu toe ben geweest! Eigenlijk was het heel eenvoudig: een rivier met stenen aan de oever waar kinderen een spelletje steentje scheren speelden, een grasveld waar vele families en vrienden samen imoni kookten en aten en genoeg ruimte om samen te sporten. Er werd volop genoten van het weer, honkbal gespeeld en plezier gemaakt. Maar het mooiste van alles was het enorme cosmos-bloemenveld, waar onwerkelijk veel paarse en witte bloemen door elkaar heen in volle bloei stonden en samen een enorme felpaarse bloemenzee vormden! Ik heb er zo lang naar gekeken en van genoten. Over het hek, door het bloemenveld heen (had er het liefste in willen liggen!), naar de rotsen, die we (heel avontuurlijk) overstaken, om bij de rivier mee te doen met steentje gooien en te genieten van het stromende water en de bergen in de verte. Maar eerst aten we ons ijsje op, zittend op een paar grote rotsen, kijkend in de verte. Akiko vertelde mij dat dit één van de redenen is waarom ze van Yamagata houdt. Thuis en op de universiteit lijkt alles zo gewoon, het dagelijkse leven. Alsof ik hier al heel lang ben. Maar op dit soort momenten besef ik dat ik hier ben en nergens anders wil zijn.