dinsdag 27 november 2012

Alleen en samen


Daar staan we dan, bovenaan de heuvel. De zon breekt door en zorgt voor felverlichte kleuren geel, oranje en rood tegen de bergen en in de verte. Onder ons een beekje en verderop begint het dorpje. We lopen door, de heuvel af en komen aan in Ginzan Onsen, dat er net zo sprookjesachtig uitziet als we ons hadden voorgesteld. Het lijkt net een straatje uit een Japanse prent: een beekje met meerdere bruggetjes achter elkaar, met aan beide kanten traditionele gebouwen, sommige met mooie tekeningen erop, andere met geruite schuifdeuren. En dan opeens weer een modern gebouw dat  is ontworpen door een beroemde designer! Toch lopen alle gebouwen mooi in elkaar over, gevolgd door een mooi stukje natuur aan het einde van het straatje. De laatste roze hortensia's van dit jaar, een waterval waarvan het water wild naar beneden kletterde, rotsen waar je met een trap naar boven kon klimmen, mysterieuze herdenkingsplaatsen in grotten met geofferde blikjes frisdrank en vele bomen met blaadjes in de prachtigste kleuren. We moesten aan de ene kant lachen om het bordje: 'pas op voor de beren, vossen, tanuki en apen', maar durfden toch niet verder te gaan... We dronken thee en aten een manjuu (een soort broodje met zoete bonenvulling) in een vreemd cafeetje met paspoppen in kimono en een verkoper in traditionele Japanse kleding met een westerse hoed op. Door de luidsprekers klonk dan weer Franse muziek. Buiten was het koud, maar wij zaten lekker naast de verwarming. Aan de andere kant zaten twee oudere dames ook van een kopje koffie te genieten. We raakten aan de praat en spraken over van alles: Japan, Nederland (waar zij in een reis door Europa ook waren geweest), mijn studie en over Niigata, de prefectuur waar ze vandaan kwamen. Hier en daar speelde ik tolk en soms vond ik het vervelend als ik dingen niet kon vertalen... Maar ik ga m'n best doen dit jaar! We  liepen samen een sobarestaurant binnen, waar ik begreep dat we te laat voor de lunch waren... En toen bleek dat overal in het dorpje de keuken al dicht was! Met een lege maag jammerde ik tegen de mevrouw in het informatiekantoor dat we ZO'N honger hadden! Met een belletje naar één van de restaurants met de mededeling dat wij toch maar onwetende buitenlanders waren, bleken we toch terecht te kunnen in het restaurant waar we eerst waren. En zo bracht een beetje assertiviteit ons naar een tafeltje voor het raam met een kom dampende noedels voor ons en uitzicht op het inmiddels donker geworden Ginzan Onsen. De lichtjes begonnen te branden, het begon te regenen en wij zaten lekker warm binnen.
We zijn met de berg Zao opgegaan, de grote berg in de buurt van de stad. Naarmate we verder met de bus omhoog klommen, werd het steeds kouder. Eenmaal op de berg hadden we veel zin om in een warme onsen te gaan, waar we dan ook uren doorbrachten. Soms weer even het hete water in, dan er weer even uit. Het vreemde is dat als je een tijdje buiten in de onsen hebt gezeten, het buiten niet koud meer is als je er weer uit gaat. Je lichaam gloeit van buiten en van binnen. Daarna waren we loom en sloom en konden we genieten van het uitzicht op de weg terug. De berg, de bomen, de onbesneeuwde skipistes, het beekje onder ons waar het grijze, stomende onsenwater wegliep. We hebben een prachtige zonsondergang gezien. De zon zakte langzaam weg in de horizon en verlichtte het pad voor ons in oranje tinten. Toen we met de bus de berg afreden, scheen de zon in vlagen langs de gekleurde bomen heen, wat ze nog feller deed oplichten en zorgde voor een vlammenzee aan kleuren. Een heleboel "Oooh"s en "Aaah"s klonken in de bus. Op dat soort momenten heeft het geen zin om foto's te maken... Ik kon alleen maar naar buiten kijken.
Die avond zijn we met z'n drieën uit eten gegaan in een traditioneel restaurant, dat er op het eerste gezicht exclusief uitzag. Toch bleek het heel betaalbaar te zijn en wat was het eten toch mooi en lekker! Akiko en ik namen 'Buchi-donburi', een kom rijst met een sashimi van vis erop die ik nog niet eerder had gegeten, maar heel zacht en superlekker was. Mama had een donburi met rundvlees uit Yamagata erop. Ze zei dat het eerste keer was dat ze 'echt' rundvlees had geproefd... Natuurlijk waren er, op z'n Japans, ook een heleboel bijgerechten die in kleine kommetjes en schaaltjes werden opgediend en stuk voor stuk even smaakvol waren. Ondertussen werden we een aantal keer onderbroken door de eigenaar van het restaurant, een oud mannetje dat zeer opgewonden was over onze komst uit Nederland. Hij vertelde over zijn aanzienlijke functie in Yamagata, over het gerechtshof in Den Haag, professor huppeldepup en professor happeldepap en liet ons een boek zien over deze belangrijke historische personen. Hoewel het veel te moeilijk was, gaf hij het aan mij en vroeg hij of ik het alsjeblieft wilde studeren... ik stond met m'n mond vol tanden. Na de tiende onderbreking van onze maaltijd "Sorry to interupt your lovely meal..." en duizend buigingen voelde ik me een beetje opgelaten. Akiko kon haar lachen niet meer inhouden en ook bij mij begon zijn aandoenlijke enthousiasme op m'n lachspieren te werken... Ooit zullen we zijn boek terugbrengen.
Ook ben ik met mama naar Yamadera geweest, een prachtige tempel bovenop een berg, waarvoor je wel achthonderd treden moet beklimmen om hem te kunnen zien! Zowel de klim ernaartoe als de tempel zelf waren geweldig! Bovenop hadden we prachtig uitzicht over de bergen en de dorpjes beneden. De lucht was stralend blauw met witte wolkjes die in rechte lijnen langs elkaar in de lucht dreven. Voor één van de tempels stond een bankje, waarop we even uitrustten en keken naar dit uitzicht, en het andere tempelgebouw dat bovenop een klif boven de andere gebouwen uitsteekt. We zagen vermiljoenrode esdoorns met daarachter vele gaten in de eroderende, mysterieus aandoende berg, waarin Boeddhabeeldjes waren neergezet. Later hoorde ik van Yuu-sensei dat deze berg heel heilig is en dat mensen daarom aan de bergen niet alleen beeldjes, maar ook hun eigen haar en zelfs stukjes van hun tanden doneren. Alles voor een mooi hiernaalmaals blijkbaar... Als tegenstelling op het indrukwekkende uitzicht, zagen we voor ons ook een tuintje, met fijne bloemetjes in felle kleuren, zoals paarse cosmea. Kleine schoonheid tegenover grote schoonheid.
Er zijn vele mooie momenten geweest samen en juist daardoor was het zo moeilijk om afscheid te nemen. Van tevoren dacht ik dat het wel mee zou vallen, maar als je met z'n tweeën zoveel hebt meegemaakt en dan weer afscheid moet nemen, blijkt het toch wel moeilijk te zijn. De eerste dag was ik alleen en dus niet vrolijk. Ik moest even opnieuw inzien hoe fijn het is om hier te zijn. Gelukkig gebeurde dat al gauw genoeg, dankzij de mensen om me heen en de manier waarop Yamagata al vertrouwd is. Ik kan genieten van de wandeling naar de universiteit, het lijkt wel of ik elke dag iets nieuws zie. Iedereen die ik tegenkom gaat ergens naartoe, overal waar ik langskom gebeurt wel iets. Grappige tuintjes met de vreemdste sculpturen, oude houten huizen die zowel armoedig als charmant zijn, moderne huizen met grote glazen ramen en bamboestengels ervoor, kaki's die hangen te drogen aan een soort waslijn, een doos aubergines op de stoep die vers uit een moestuintje zijn gehaald. Niemand zal dat soort dingen blijkbaar stelen... Wanneer ik mezelf betrap op dit soort gedachten snap ik dat waar ik vandaan kom misschien ook niet zo geweldig is... Mensen zijn hier dan ook verbaasd wanneer ik vertel dat je in Nederland s'nachts niet als meisje alleen over straat kunt, mensen uit je tas zullen stelen als je hem even ergens laat staan en dat er vaak afval of kauwgum op straat ligt. Toch hou ik mijn tas in de gaten en vraag ik altijd of iemand even met me mee wil lopen als ik s'avonds terug naar huis ga. Wij Nederlanders zijn immers 'een volk van wantrouwen'...
Hoewel ik alleen woon, ben ik nooit echt lang alleen. Zo heb ik afgelopen tijd veel onverwachtse ontmoetingen gehad en daardoor veel onverwachtse, typische ervaringen. Zo heb ik samen met een paar Thaise studentes en een paar Japanse jongens in een ontplofte studentenkamer aan een kotatsu (tafel met een verwarmingselement) gezeten en uren achter elkaar Mariokart en kaartspelletjes gespeeld die eindeloos lang duurden en waarbij nooit iemand won. De jongens waren heel enthousiast en wilden maar verder spelen, terwijl wij elkaar op een gegeven moment zaten aan te kijken en mijn kont pijn begon te doen van de harde vloer. Het was leuk, maar op het laatst werd het een beetje ongemakkelijk...
Ook heb ik de katholieke basisschool bezocht tegenover ons huis, waar ik door een groepje overenthousiaste (en gedeeltelijk ietwat baldadige) kleuters over het schoolplein werd getrokken om vervolgens hun lunchritueel van onigiri maken, bento's vullen en thee zetten mee te kunnen maken. Met grote ogen stonden ze voor me, sommigen hielden sprakeloos en verlegen mijn hand vast, anderen waren heel spraakzaam en probeerden hun eerste Engelse zinnetjes uit: "Hello! How are you? What is your name?" Ze waren zo schattig... Binnenkort wil ik ze zeker weer bezoeken en foto's van Nederland laten zien!
Dan zat ik weer in een kringetje in een klein, maar knus appartement van een sempai (ouderejaars) die door haar kouhai (jongerejaars) op haar wenken werd bediend en beleefd werd aangesproken. Het was een hiërarchie die ik nog niet eerder had opgemerkt, maar hier toch meekreeg. Terwijl de jongens de warme nabe (hotpot) in bakjes schonken, waren de meisjes aan het kletsen en chocola aan het eten (blijkbaar is snoepen tijdens het eten in deze situatie niet raar). Gesprekken over de studie, het buitenland, Japans eten en bizarre eetcombinaties die mij werden aangeraden (somennoedels met melk en sojasaus?!), sociale media, muziek, huiswerk (Engelse zinnetjes die ik probeerde na te kijken). Sommige gesprekken kon ik moeilijk volgen... het blijft moeilijk, Japans. En vooral de manier waarop mensen het spreken, zo leer je het niet snel op de universiteit. Ik was de enige buitenlander, maar voelde me er daardoor niet buiten vallen. Er was een fijne sfeer, iedereen was aardig en het eten was lekker. Met een goed gevoel ging ik naar huis... Allemaal momenten en ervaringen die me zullen bijblijven.
En ondertussen heb ik nog zoveel meer meegemaakt, maar gewoonweg geen tijd om het allemaal op te schrijven... Daarom schrijf ik de volgende keer meer! Alvast verklap ik: ik heb een echte furisode aangehad, mijn eerste ervaringen in het onderwijs meegemaakt, een kokeshipoppetje beschilderd en ben met de boot langs een eilandengroep gevaren langs de kust van Sendai... allemaal geweldige dingen waar ik nog veel meer over wil vertellen!