zaterdag 23 februari 2013

Ook in de sneeuw winnen wij!

Een panty, een spijkerbroek, een skibroek, een topje, een trui, een vest, een dikke winterjas tot aan m'n knieën, katoenen sokken, microfiber sokken met alcapakopjes erop getekend, een muts, een wollen sjaal, handschoenen en skihandschoenen die zo dik waren dat je je vingers bijna niet meer kunt bewegen. Deze kledingstukken had ik allemaal tegelijkertijd (!) aangetrokken als voorbereiding op onze reis naar het boosaardige winterwonderland Yonezawa. Yonezawa, een stad ten zuiden van Yamagata stad, is beroemd en berucht om de extreme sneeuwval en afschuwelijke kou ten gevolge van de geografische ligging waarbij de stad vanuit het noorden wordt belaagd door een vreselijke Siberische ijswind! Nachtmerrieverhalen hoorde ik van de studenten van de faculteit in Yonezawa: overal is het koud. Gebouwen zijn niet voldoende geïsoleerd, zelfs als je naast een op volle kracht loeiende verwarming zit blaas je nog wolkjes in je eigen kamer en de waterleidingen zijn bevroren waardoor je elke dag naar een onsen moet (dat is dan weer een mooi excuus!). Maar de extreme sneeuwval zorgt wel voor een heleboel sneeuwpret: sneeuwpoppen, sneeuwfestivals en het jaarlijkse sneeuwballengevechttoernooi. En daarom stapte ons sneeuwballenteam 'Yuki ni mo makezu' (Ook in de sneeuw verliezen wij niet!) vol goede moed de bus in op weg naar Yonezawa. Hoewel ik niet goed tegen koud weer kan en niet goed in sport ben, zag ik dit toernooi als een gezellig dagje uit naar een plaats waar ik nog niet eerder was geweest en tegelijkertijd als een uitdaging om mijn eigen angsten en zwaktes te overwinnen. Ik was dan ook verbaasd en opgelucht toen we de bus uitkwamen: vandaag was Yonezawa een zonovergoten witte wereld waarbij de sneeuw fel oplichtte en de prachtige blauwe lucht erboven nog blauwer leek dan anders. Een wandeling door een doolhof van metershoge sneeuwmuren, langs ingegraven tempels, sprookjesbomen en krakkemikkige houten huisjes die eruit zagen alsof ze elk moment konden instorten door de enorme sneeuwberg op het dak. Het toernooi werd gehouden op besneeuwde sportvelden, waarbij we rondom een mooi uitzicht hadden op de bergen. Trots met onze zelfontworpen pinguïnvlag (onze mascotte) en de door mij getekende pinguïn-hoofdbanden lieten we teamfoto's maken en gingen we met veel goede moed het toernooi in. Sneeuwballen werden gemaakt met een soort wafelijzer, ons middageten was warme imoni, we moesten een helm op als we het veld in gingen, er waren muurtjes waarachter we konden schuilen, we hebben een sneeuwpop gemaakt zonder gezicht. En het toernooi? Achteraf wilden we er niet eens over praten... je maakt als vrolijke amateurs toch ook geen kans tegen superfanatieke teams met leden uit het honkbal team? Naarmate het donker werd, werd het heel gauw koud. Zelfs ik kreeg het koud met m'n dikke kleding, vooral mijn voeten werden vreselijk koud! Het voelde dan ook eerder als een overwinning om lekker de warme bus in te kruipen met de kou van buiten als herinnering. En vervolgens naar een sneeuwfestival te gaan, waarbij we mooie sneeuwsculpturen en prachtige verlichting bij de tempels van Yonezawa zagen. In de sneeuw waren veel kleine geultjes gemaakt met kaarsjes erin, wat iets magisch had in de donkere nacht. Ook waren er lantaarns gemaakt van sneeuw, met hetzelfde zachte, warme licht erin. Bovenop een heuvel aangekomen, keken we neer op kleine lantaarns in allerlei kleuren, in een cirkel lichtten ze de sneeuw op, waarbij allerlei kleuren weerkaatst werden. Allemaal mooie beelden en een mysterieuze sfeer die ik niet snel zal vergeten...
Een zak vol met appels, dat was wat ik kreeg aan het begin. Ze waren enorm, prachtig rood en roken heerlijk fris. Het waren het soort appels die hier in de supermarkt superduur zijn. Toch kon ik op dat moment niet aan appels denken, de zenuwen gierden door m'n keel. Echt, ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest in mijn leven! 'En waarom moet ik dan ook pas nummer tien zijn, ik wil er vanaf zijn!' was een gedachte die door mijn hoofd ging, terwijl ik mijn voorgangers met eenzelfde angst in hun ogen op het podium zag staan. De Yamagata Speech Contest... Yuu-sensei had aangedrongen dat ik eraan mee moest doen, maar eigenlijk was ik veel te bang... Dacht ik. Toen ik eenmaal letterlijk het podium op werd geduwd, stond ik er. Het is nu of nooit! Met die gedachte voelde ik vreemd genoeg al mijn zenuwen naar beneden zakken, mijn hoofd rustig worden en kon ik de zaal inkijken. Terwijl ik het verhaal zo duidelijk mogelijk probeerde op te dreunen en te letten op de vele tips die ik had gekregen bij het oefenen, liet ik de enorme posters zien aan het publiek. Het was grappig om langs al die gezichten te kijken terwijl ik dit deed en al die verschillende reacties te ervaren. Sommigen met een brede glimlach (wat mij moed gaf), anderen kritisch kijkend (wat mij minder moed gaf) en weer anderen slapend (serieus)! Mijn speech ging over illustraties, mijn ontdekking in Japan. Japanners blijken het zelf niet door te hebben, maar getekende illustraties worden overal gebruikt: op waarschuwingsborden, reclameposters, verpakkingen van producten, als muurschilderingen, in gidsen, op televisie, echt overal! Dit in tegenstelling tot mijn eigen land Nederland, waar getekende illustraties worden gezien als 'iets kinderachtigs' en daarom alleen te vinden zijn in kinderboeken en op muren van het kinderbadje en crèches. Toen ik echter oude Nederlandse tijdschriften en posters opzocht, uit de jaren 70 en 80, bleek dat illustraties vroeger ook in Nederland werden gebruikt en niet alleen bedoeld waren voor kinderen! Ik kon me een gesprek herinneren met een oudere man die vroeger werkte als illustrator. "Het vak illustrator bestaat in Nederland eigenlijk niet meer," was hetgeen wat hij zei, wat mij ontzettend verdrietig maakte. Waarom zijn tekeningen iets voor kinderen? Waarom mag je niet meer blij worden van tekeningen en van tekeningen houden als je volwassen bent? Illustraties die ik hier zie, overal waar ik ga, maken mij blij, zorgen voor herkenbaarheid, laten mij houden van Japan en van Yamagata. Daarom heb ik de laatste tijd met andere ogen naar Yamagata gekeken: ik liep rond door de stad en maakte foto's van alle mooie illustraties die ik tegenkwam (en dat waren er veel!). Hier heb ik er een paar van uitgekozen en aan het publiek gepresenteerd, wat voor leuke reacties zorgde. De mevrouw in de jury keek kritisch naar mij toen ik aan het presenteren was, maar kreeg een glimlach op haar gezicht toen ze vragen begon te stellen. Het bleek gelukkig allemaal wel mee te vallen... Toch was ik vreselijk verbaasd toen ik bij de uitslag het podium op werd geroepen. Zo rustig als ik tijdens de speech was, zo opgewonden en bijna verlamd voelde ik me toen ik te horen kreeg dat ik derde was geworden! Ik denk dan ook dat ik vreselijk klungelig overkwam bij mijn zogenaamde dankspeech .. Maar ik was ZO BLIJ! Voor de eerste keer in m'n leven een medaille, een prachtige bos bloemen en een enorm prijzenpakket gewonnen (waaronder cosmetica van Yakult en een levenslange voorraad chocoladepinda's haha)! Aangezien Mai eerste was geworden en ik derde, was het tijd voor een feestje! En dus gingen we met een hele groep naar een izakaya, waar we gezellig kletsten, aten en dronken... het gevoel van geluk en ongeloven ging niet meer weg.
Het einde van het semester. De tentamens zijn voorbij, de deadlines voor de tentamens zijn gehaald, de speech contest is voorbij, alles wat dit semester gedaan moest worden is gedaan. In Nederland is dit alleen maar een moment van vrolijkheid: de vakantie is begonnen! Maar als student in het buitenland is dit een dubbel gevoel. Op de gangen van het huis waar ik woon staan overal koffers, dozen met spullen uit geruimde kamers: potten en pannen, oude instantnoedels, kleerhangers, studieboeken, dikke tape om de laatste dozen mee dicht te maken. Overal zoemende stofzuigers, gespannen gezichten, stapels papieren en bureaucratie om je weer overal uit te schrijven. Kijkend naar de studenten die terug gaan naar hun eigen land, ben ik blij dat ik nog een halfjaar in Yamagata mag blijven! Niet alleen om de hoeveelheid stress die ermee gepaard gaat, maar ook om het verdriet dat je hebt om je 'thuis' te verlaten om en iedereen die je gedag moet zeggen. De laatste tijd heb ik dan ook veel verdrietige gezichten gezien, waar ik er zelf één van ben geweest. Ook als je achterblijft moet je immers nieuwe vrienden gedag zeggen die terug naar huis gaan, op dat moment merk je pas hoe snel je gehecht kan raken aan iemand in een half jaar. Veel afscheidsfeestjes, laatste gelegenheden om elkaar te zien en dan toch nog het moment uitstellen om elkaar echt voor het laatst te zien. Samen naar de oude markt in Yamagata om nog één keer dondon yaki te eten, nog één keer met de bus naar Aeon, nog één keer een avondje samen film kijken, nog één keer samenkomen om mijn zelfgemaakte nasi goreng te eten (een gerecht dat onze landen gemeen hebben), nog één keer samenkomen om voor de laatste keer te kletsen over van alles... en op de laatste dag om half zeven opstaan om te helpen met tassen dragen, voordat ze de bus zou nemen. Nee, ik was niet goed in afscheid nemen van Nieza... inmiddels één van mijn beste vriendinnen hier. Gemengde gevoelens van verdriet en tegelijkertijd een vermoeden dat we elkaar ooit wel weer zouden zien. Ik zwaaide totdat de bus verdween, terug naar het vliegveld, terug naar dat warme land Brunei waar de klimaatshock vast nog heftiger moet zijn dan de cultuurshock. Het was een heerlijke ochtend, de frisse lucht in m'n gezicht, de blauwe lucht met de lage, mooie ochtendzon. Die dag wilde ik niet terug naar mijn kamer, ik wilde buiten zijn. En terwijl ik s'ochtends vroeg al zoveel mensen op het station heen en weer zag lopen om hun trein of bus te halen, begon er iets te kriebelen: ik wil op reis! Ik wil nieuwe plaatsen bezoeken, nieuwe dingen zien!
Hoewel ik ietwat geforceerd op mijn kamer met een reisgids een treinreis naar Tendo had ingepland met een bezoek aan het Hiroshige museum, Tendo onsen en een Hinamatsuri poppententoonstelling in gedachte, bleek de dag anders te bepalen. Eenmaal mijn 230 yen kaartje gekocht te hebben en op het perron te staan waar de lokale trein zou aankomen, werd er opgeroepen dat 'vanwege extreme sneeuwval de lokale trein richting Tendo is geannuleerd'. Sinds ik hier ben aangekomen heb ik dit nog nooit meegemaakt... en was Japan niet het land 'waar treinen maar een paar seconden per dag vertraging hebben'? Aangezien ik geen zin had om een duurder kaartje te kopen en een uur te wachten op de Shinkansen richting Tendo, was het tijd voor een ander plan. Mijn oog viel op de lokale trein die aan de andere kant van het perron was aangekomen. Deze reed blijkbaar wel... maar waar naartoe? Ik keek op de lijst van bestemmingen, waar Kaminoyama onsen ook onder viel... drie haltes van Yamagata verwijderd, evenals Tendo kostte dit 230 yen. Ik dacht terug aan mijn eerste treinreis naar Yamagata, toen ik pas in Japan was aangekomen. 'Kaminoyama onsen!' kondigde een vrouwenstem onder een vrolijk liedje aan, terwijl we een door bergen omringd stadje passeerden waarboven in de verte een prachtig wit kasteel uittorende. "Als ik tijd heb om rond te kijken, wil ik daar naartoe!" dacht ik. Hieruit blijkt hoe weinig ik mij heb verveeld sinds ik in Yamagata ben aangekomen... inmiddels woon ik hier al vijf maanden. 'Waarom kan je je niet wat meer vervelen Lisanne, waarom kan je niet meer dingen doen zoals ze gaan?' leek de hobbelende trein mij toe te brommen, kruipend door het platteland van Yamagata met zoveel kleine plaatsjes en mooie uitzichten. 'Je hebt hard gewerkt, nu mag je genieten!' lachte de zon mij in mijn gezicht, terwijl mijn voeten uitrustten in een heerlijk warme voetenonsen op de top van de heuvel, naast het imposante witte kasteel waar ik zo graag naartoe wilde, afgeknipte kersenbloesems als versieringen om het bad heen. Ik had prachtig uitzicht over het besneeuwde plaatsje Kaminoyama met zoveel lage huisjes en aandoenlijke straatjes waar je de gekste en leukste dingen kunt vinden, als je maar goed kijkt. Daarachter lagen de wit besneeuwde bergen naast elkaar, met de hoge berg Zao helemaal links. Ik begreep niet waarom niemand mij ooit had aangeraden om hier naartoe te gaan. Als mensen het over Yamagata hebben, hebben ze het altijd over Yamadera, Dewa Sanzan, de bergen Zao en Haguro... En toch is Kaminoyama één van de bijzondere plaatsen die ik tot nu toe heb bezocht in Yamagata. Bij een wandeling door de straten van de rustige stad kwam ik steeds weer nieuwe dingen tegen: oude houten tempels die bijna verzwolgen werden door de sneeuw. Verschillende onsen waar op informatieborden legendes werden uitgelegd over het ontstaan van de hete bronnen, waaronder die van de reizende monnik die op een dag een gewonde kraanvogel vond op de plek waar later Kaminoyama onsen zou ontstaan. Toen kwam ik weer bij een oud samuraihuis dat openstond voor bezichtiging, waar ik wel een hele individuele rondleiding kreeg door een aardige meneer die erg enthousiast was over het feit dat ik de eerste Nederlander was die het huis kwam bezoeken. Hij liet me elke kamer van het huis zien inclusief de prachtige landschapstuin. Hij vertelde over de bouwstijl en de materialen van het huis en over de stevigheid van het huis, waardoor het ondanks vele aardbevingen nog steeds overeind stond. Ook vertelde hij over de strategische ligging van het huis achter het kasteel: als deze aangevallen werd, konden de soldaten het kasteel snel verdedigen. Zittend aan de lage tafel met een kopje thee, kletsten we over van alles. Ik keek in het rond, naar de mooie inrichting, de ruimtelijkheid van het huis, de grote ramen waardoor er veel licht naar binnen viel en we de landschapstuin goed konden zien. Ik kreeg van de meneer een kaart mee met verschillende markeren van plekken in Kaminoyama die nog meer de moeite waard zijn om te bezichtigen. Hij liep met me heen tot aan de poort en met een buiging zeiden we elkaar gedag. Op naar Harusame-an, het oude huis van Takuan Soho, een invloedrijke monnik in de Edo-periode. Het was een klein huis met een mooie tuin eromheen, versierd met sneeuw. Door een lage deur ging ik een bijgebouwtje in, die open noch dicht was en samengesmolten leek de zijn met de tuin eromheen. Ik rustte uit op een bankje in een kleine, open ruimte, vanwaar ik uitkeek op de eenvoudige, mooie tuin. Het was stil. En tegelijkertijd hoorde ik de wind, de vogels, het stromen van het water in de vijver, het druppelen van het water van de smeltende sneeuw op het dak boven mij. Ik hoef nergens heen. En gelukkig gaan de dingen zoals ze gaan.