zondag 24 maart 2013

Sakura sakura

Ik kon het niet geloven. De warmte, het zonlicht dat op mijn (nog) bleke winterwangen brandde. Daar liep ik dan: over een groene boulevard, langs een kleine haven waar mensen evenals ik gedachteloos uitkeken over de zee. Het park langs de haven had een relaxte uitstraling, evenals de mensen die er wandelden en op het gras zaten. Sommigen van hen speelden, maakten plezier, een oud mannetje was aan het vissen. Er was een klein restaurantje met grote ramen tegenover het water. Terwijl ik mijn rijstomelet stukprikte met mijn lepel en de warme rijst rustig at, keek ik naar buiten. Ik zag mooie vogeltjes, die een beetje anders waren dan in Nederland. De zee was grijs en de lucht erboven blauw... is de lente dan toch begonnen? Ik kon het niet geloven, een paar uurtjes reizen met de trein, naar Tokyo, daarna naar Yokohama. Ik was niet alleen weg uit Yamagata, maar ook uit de winter, weg van het winterwonderland waar ik nog een week geleden met de kabelbaan omhoog was gegaan naar de top van de berg Zao. Hoewel de zon ook die dag scheen, prikte de vrieskou in m'n gezicht en werd ik omringd door sneeuwmonsters in angstaanjagende vormen van dinosaurussen, rare mannetjes en vogelbekdieren. En naarmate de zon achter de horizon verdween, leken ze van gezichtsuitdrukking te veranderen. Eigenlijk is er op de berg Zao sprake van een zeldzaam natuurlijk fenomeen waarbij naaldbomen zwaar ondergesneeuwd worden, opvriezen, daarna een nieuwe lading sneeuw krijgen en opnieuw opvriezen, waarbij iedere boom eindigt in een hoge sneeuwberg met ieder z'n eigen vorm. Maar ik kon alleen maar naar de gezichten kijken van de monsters, hun wenkbrauwen, neuzen, monden... Nu werd ik niet omringd door monsters, maar door adelaars met gevorkte vleugels die boven het park zweefden als vliegers (de waarschuwing 'Pas op voor de adelaars' was dus geen grapje...). Ondertussen stonden de knopjes van de bomen in het park op uitbarsten.
Wit, lichtroze, middenroze, donkerroze... Ik hou van roze. En ik was niet de enige, want iedereen verzamelde zich in de tuin van de Kitanotenman-gu in Kyoto om de tweeduizend roze wolkerige bomen te bekijken. De zon scheen en leek de ronde blaadjes van de pruimenbloesems nog feller van kleur te maken. Het was een heel doolhof van roze... soms stopten we even om de geurige bloemen beter te kunnen ruiken, de ene soort nog lekkerder dan de andere. Aan de rand van de boomgaard stond een theehuis waar we op de veranda met een kopje pruimenthee en een zoete roze rijstcracker konden zitten uitkijken over de roze wereld en konden genieten van de geur en de sfeer van het bloemen kijken. De geur van de bloemen was gemengd met de geur van de yakidango (rijstballetjes). In Japan wordt er veel waarde aan gehecht: samen bloemen kijken èn samen eten en drinken tijdens het bloemen kijken. In Nederland is een boom maar een boom. En eten vult je maag. En dat terwijl genieten van eenvoudige dingen als de natuur, het begin van de lente en lekker eten zo belangrijk is (en net als de Nederlanders zo 'nuchter' zou moeten zijn)! Alleen bloemen kijken is leuk, maar samen is natuurlijk veel leuker. En daarom was ik blij dat m'n moeder en haar vriend waren overgekomen naar Japan, om samen de lentevakantie door te brengen en dit soort geweldige dingen te ervaren. Samen wandelen naar prachtige tempels, tuinen en straatjes, samen genieten van het weer, het lekkere eten, samen uitvogelen hoe die ingewikkelde buskaart in elkaar zit (en af en toe lekker helemaal de verkeerde kant op rijden). Kyoto is een stad die indruk maakt, waar plaatsen en de momenten die zich er afspelen je sterk bijblijven. De houten, eenvoudige tempels in de bossen die bij laag zonlicht nog mooier worden, vele rode torii die een pad de heuvel op vormen waar je een prachtig uitzicht hebt over de stad, de levendige Shijo-dori met de brug over de Kamo-rivier, 'ons' traditionele Machiya-huis met de heerlijk warme kotatsu (verwarmde tafel) in de woonkamer en natuurlijk het Maruyama park en de charmante straatjes van het Higashiyama district. Vooral deze laatste twee hebben we in een bijzondere periode meegemaakt, namelijk tijdens het Hanatouro matsuri. Dit betekent 'Het bloemen en licht festival' en begint wanneer de zon is ondergegaan. De duisternis valt elke avond vroeg in, maar de straatjes en tempels zijn allemaal mooi verlicht. Door een smal straatje wandelen met aan weerszijden mooie lantaarns van washi (handgemaakt papier) met warme, subtiele kleuren rood, roze en paars, de traditionele gebouwen en de prachtige tuinen langs de vele doorkijkjes lichtten op. Mooi verlichtte bloemstukken, bomen en bamboe in het donker. En af en toe een levendige optocht met de vossengod Inari in een riksja, trots de menigte in kijkend met zijn witte gezicht. De vrolijke student Airi die ons enthousiast een dagje rondleidde door de stad zei dat kijken naar de vos Inari ons heel veel geluk zou brengen... En dus hebben we goed gekeken! Dankzij haar zijn we ook bij de Toudaiji tempel geweest, waar we één van de mooiste uitzichten hebben gehad: een verlichting over de landschapstuin die de stille vijver zodanig helder deed lijken, dat de bomen erachter erin weerspiegelden als een levensecht evenbeeld. Het was een bizar gezicht, alsof je een andere wereld in keek, een waterwereld met enorme waterplanten. Airi moest toegeven dat ze het een beetje eng vond om lang naar te kijken, maar ik kon alleen maar staren en staren... Echt een andere wereld!
De avonden in Kyoto waren helder. We wandelden door het warm verlichte Higashiyama district en ontdekten dingen (en mensen!) die we niet hadden verwacht. Een wit opgemaakte maiko met een langgeknoopte, felgekleurde obi die ons tegemoet liep en met snelle pas weer de duisternis in verdween. Een Franse patissier met kunstige, kleine taartjes in een ruimtelijk en toch traditioneel uitziend gebouwtje. Een oud vrouwtje die ons de geheimen leerde van het Kyoto dialect. Afgestudeerde studentes die in hun prachtige furisode (kimono) aan het oude vrouwtje hun diploma's lieten zien. Tempels en pagodes onderweg, die we in de onherkenbare nacht soms per toeval tegenkwamen, zoals Kiyomizu Dera die met grote lichtstralen veel indruk maakte in het donker. En dan onze onverwachte Kyo-ryouri ervaring waarbij de traditionele keuken van Kyoto zich voor onze neuzen afspeelde in het knusse restaurantje Shinpachi. Het bestond uit één rij stoelen, die tegenover de keuken stonden, waardoor we konden meekijken hoe ons mooie, gezonde eten werd klaargemaakt. In de keuken stond een oude man die op bizarre wijze komkommers sneed: tjak, tjak, tjak, en daar lag het binnen een paar seconden in duizend stukjes van precies dezelfde grootte! Het resultaat was een vegetarische, luxe uitziende teishoku (set meal) met verschillende soorten tofu, frisse tsukemono, zoete soep met een heerlijke, dikke textuur en knapperige groenten. Ook was er een ingrediënt wat nieuw voor ons allemaal was: fu! De bijzondere vleesvervanger op basis van tarwe was voor ons het bewijs dat niet alleen smaak, maar ook textuur zo van belang is van een lekkere maaltijd. Want wat had die zogenaamde nama ('rauwe') fu toch een geweldige textuur! Ik kon er op blijven kauwen... steeds genietend van elk bijgerechtje, ging onze maaltijd toch een keer op. Het was niet alleen eten, het was een voorstelling en een ervaring. Ik vroeg aan de oude man of dit dan het beroemde 'kaiseki ryouri' was waar ik in gidsen over Kyoto zo vaak over had gelezen. Hij vertelde dat zijn keuken geen kaiseki ryouri is, maar wel een verkorte, betaalbare versie van elementen die in kaiseki ryouri voorkomen. Zelf noemde hij zijn keuken Kyo-ryouri, de keuken van Kyoto.
Een minder spannende, maar wel een leuke en verwarmende eetervaring hadden we in een restaurant vlakbij het station van Nara. Koud en doorweekt lieten we onze natte sponsschoenen in het kastje achter en stapten we op onze sokken de verhoging op. De eigenaar (die duidelijk geen buitenlanders gewend was), was in zijn nopjes en gaf ons gratis sake en origami vogels en ninja werpsterren (het laatste was nieuw voor mij...). We hadden het verdiend die avond, want wat hadden we een eind gelopen door de regen! Met een paraplu boven ons hoofd van station Nara richting de enorme Koudaiji tempel, die in het donkere, regenachtige weer een mysterieuze sfeer uitstraalde met flauw verlichte lampions eromheen. Langs de Koudaiji liepen we de heuvel op richting de Nigatsudou hal, waar we veel mensen met hetzelfde doel als wij tegemoet kwamen. Onder het dak van één van de tempels schuilden we. De regen kletterde met veel lawaai voor ons neer, maar wij stonden droog en hadden bovendien een mooi uitzicht over de hal, waar het die avond ging gebeuren! Veel mensen waren vooraan in de regen gaan staan, in de hoop dat het geluk op hen neer zou stralen. De Nigatsudou was een hoog, houten gebouw met een groot balkon en trappen aan weerszijden. Zodra het kunstlicht werd gedimd, verscheen het natuurlijke licht linksonder aan de trap. Voorzichtig werd een brandende fakkel via de trap het balkon op gedragen. De vlam was enorm en danste wild in het rond, wat er wel erg riskant uitzag op zo'n oud houten gebouw! Toch vatten het balkon en het dak geen vlam, toen de fakkel snel rond werd gedraaid en een rollende vuurbal een oranje sneeuw aan vlammen boven de hoofden van de mensen vooraan verspreidde. Het was een spectaculair en tegelijkertijd een beetje een eng gezicht. Het ritueel van fakkels naar boven brengen en laten rollen totdat ze doven in de regen, werd tien keer gehaald, waarna dit beroemde Otaimatsu ritueel ten einde kwam. Het maakte deel uit van het religieuze Omizutori ritueel dat elk jaar in maart wordt uitgevoerd. Regen of niet, de oranje vlammenzee van Otaimatsu heeft ervoor gezorgd dat we allemaal veel geluk zullen hebben dit nieuwe jaar!
Pruimenbloesems zijn slechts de overgang naar de lente, maar kersenbloesems zijn de echte lente. Ik was verdrietig toen we ons machiya-huis verlieten, ik was er in de korte tijd gehecht aan geraakt, evenals het schattige smalle straatjes met het stenen paadje waar het in lag, de heerlijk liggende futon, het balkonnetje vanwaar je uitkeek op het leven van de buren, met hun discussies, gelach en harde genies. "We gaan weer naar een nieuwe fase van onze vakantie" zei mama en zo was het ook. Maar voordat het zover was, moest er nog iets belangrijks gebeuren. Zo had mijn docent die me helpt met m'n scriptie voor volgend jaar geregeld dat ik een interview kon houden met Kamiyama-san, de curator van het Fuchuu museum, het museum waar ik van de winter samen met Ayaka naartoe was gegaan. Ook deze keer spraken Ayaka en ik af op het station van Tokyo en gingen we samen dezelfde weg naar de rustige, groene buitenwijk. Aangezien een eerder interview met een curator van een ander museum niet zo goed was gegaan, was ik best nerveus en bang dat er moeilijke vragen aan mij gesteld zouden worden. Gelukkig bleek Kamiyama-san een hele aardige mevrouw te zijn die mijn vragen heel mooi en compleet beantwoordde en er begrip voor had als ik mezelf even niet goed kon uitdrukken in het Japans. Het interview liet een goed gevoel achter, waardoor de druk die op me lag verdween en we konden genieten van de nieuwe tentoonstelling over prenten uit de Edo periode en van het park in Fuchuu, waar de kersenbloesems al bloeiden. Het was dan ook al zo warm in Tokyo, dus geen wonder dat ze dit jaar zo vroeg zijn! Dikke roze takken, bloemetjes met kleine draadjes in het midden... wat is eigenlijk het verschil tussen kersenbloesems en de pruimenbloesems die we in Kyoto hebben gezien? Volgens Ayaka was het de vorm van de blaadjes waaraan je het verschil kunt zien: blaadjes van de pruimenbloesem zijn rond en in de blaadjes van de kersenbloesem zit een klein knipje in het midden. De ontdekking van een kersenbloesem leek een zeldzaam moment, maar uiteindelijk volgden er meer...
Vooruit blijven kijken, niet teveel in je op willen nemen, niet gek worden... Dat is belangrijk in Tokyo! En zeker in de straat waar wij logeerden. Hoewel het hotel zelf een oase van rust was, belandden we zowel overdag als s'nachts in een dichte mierenhoop van mensen die allemaal ergens naartoe moesten. De felverlichte Meiji-dori die parallel loopt aan het grote station Ikebukuro varieert van levendig tot doorgedraaid druk. Wat was het een tegenstelling tot het soms zo dorps aandoende Kyoto (en al helemaal tot Yamagata!). Ik was dan ook blij om terug te komen in het gemoedelijke Asakusa, waar ik na overnachtingen in leuke jeugdhostels inmiddels bekend was geworden. Het toeristische, maar zo gezellige Takeshita-dori, de Senso-ji tempel met een mooie tuin aan de zijkant, die populaire melon-pan winkel die zo heerlijk ruikt en natuurlijk de Tokyo Skytree aan de andere kant van de Sumida rivier. Zowel Takeshita-dori als het Ueno park (twee haltes verder van Asakusa) waren zonovergoten en stonden in het teken van de kersenbloesem die nog niet helemaal in volle bloei stonden, maar al aardig onderweg waren. Grote open vlakten omringd door roze en witte bomen. Families die samen naar het park gingen om bloemen te kijken en schoolkinderen die als field trip naar Ueno zoo gingen en met z'n allen poseerden voor de bloesems. In Takeshita-dori eenzelfde beeld, maar deze keer met meer toeristen en een heleboel kraampjes met eten rondom de Senso-ji. Yakisoba, gratis groene thee en ze verkochten zelfs al schaafijs! Een wandeling aan de Sumida-rivier, gevolgd door een boottochtje waarbij we onder vele bruggen doorgingen en aan de andere kant, bij de prachtige Hama-rikyu landschapstuin uitkwamen. Hier liepen we langs oude pijnbomen, een veld met felgele bloemen, langs een brak water vijver met vele watervogels naar het lichtgekleurde, houten theehuis in het midden. Daarachter een heuvel met een uitkijkpunt, waar we gingen zitten en naar het landschap en de rivier keken. Later zaten we opeens op een veel hoger uitkijkpunt: de 31ste verdieping van het Solamachi naast de Tokyo Skytree! De grote stad en het laatste zonlicht dat erop viel... het zou snel donker worden.
Mijn dichte oogleden kleuren licht wanneer de felle zon erop valt, al houden de blaadjes boven mij de felste stralen tegen. Ik open ze en zie een heleboel lichtgroene blaadjes boven mij met ertussenin roze bloemen die aan de randjes en in het midden bij de meeldraden donkerrood kleuren. Ik sluit mijn ogen weer en geniet van de warmte en de geluiden om me heen. Het zingen van de vogels, het ruisen van de takken, het klappen van de golven tegen de rotsen. Samen uitrusten onder de bloesems. We eten de chocoladekoekjes die we hebben meegenomen. We praten en lachen. We proberen foto's te maken van dat vogeltje dat zo grappig loopt en ik probeer een klavertje vier te vinden. Maar dat lukt niet, want klavertjes vier zijn zeldzaam, evenals wij die als enige onder een bloesemboom zitten bovenop de heuvel van Enoshima. Grappig genoeg lijken steeds meer mensen ons na te doen, onder een boom liggen luieren ziet er blijkbaar leuk uit! Ik sta op en loop naar het hoge hek aan de rand van de heuvel. Tussen de spijlen door naar beneden kijken, de diepte in, de hoge rotsen en het ruige water dat er tegenaan botst. Het gaat steeds harder waaien, de lucht betrekt en wordt grijs. We gaan een koffiehuisje in waar we koffie en warme chocolademelk drinken. Het is aantrekkelijk om te blijven zitten, want het is er lekker warm en het uitzicht over de wilde zee is prachtig. Maar we kunnen niet eeuwig zo hoog op dit eiland blijven, zeker niet nu er storm op komst is! Vlug lopen we de heuvel af, langs alle roodgekleurde tempels en rekjes met hartvormige wenskaartjes, langs het beeld van de godin Benten, die op dit eiland wordt vereerd. Nog even een kijkje nemen in de souvenirwinkeltjes waar krill (hele kleine visjes) de specialiteit is. Onder een stenen torii door verlaten we het eiland, over een lange loopbrug terug naar het kleine station. Het broodautootje waar we een broodje hebben gekocht staat er nog, de grote Boeddha van Kamakura die we hebben bezocht ook. Met de Eno-den trein langs de wilde kustlijn, we hobbelen de plaatsen en de tijd voorbij. De tijd gaat altijd te snel, maar momenten die je samen beleeft blijven je samen bij.

5 opmerkingen:

  1. Oh Lisanne, wat een mooi verhaal weer. Het is al een paar keer gezegd, maar als je dit zo leest, is het net of je er een beetje bij bent. Maar wat maak jij toch veel mee in zo'n korte periode! Heb je nog wel tijd om te studeren? :-)
    Nee hoor, lekker blijven genieten en weer meer nieuwe plaatsen gaan ontdekken. Dan kunnen wij alvast weer gaan uitkijken naar de nieuwe foto's en nieuwe belevenissen.
    Liefs, José

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Lisanne, wederom een prachtig verhaal en wat zul je genoten hebben dat je Ingeborg en Martin dit alles hebt kunnen laten zien. Probeer ook de komende periode tijdens je studie nog steeds te genieten van al het moois. Kus, papa

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hi popje, ik was weer even in Japan hoor tijdens het lezen... Wat hebben we een hoop gezien en gedaan in die twee weken. Ik vond het super! En ben stiekem ook een beetje verliefd op Japan geworden - heb best wel heimwee, vooral ook naar jou natuurlijk! En wat was je een goede tour guide, zodra jij er even niet bij was stonden wij met onze mond vol tanden tussen al die niet-Engels sprekende Japanners! Mooi dat jij mij nu aan jouw hand meenam, net zoals ik dat vroeger bij jou deed.
    Ik hoop dat je hele mooie dagen in het noorden gaat beleven tijdens je volgende reis; maak maar weer mooie foto's en pas goed op jezelf. Kusjes xxx mama

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik weet gewoon niet meer wat ik moet schrijven, het is zoals al je andere verhalen weer fantastisch om dit allemaal via je blog mee te maken. Wat een mooi land is Japan vooral de gebieden en steden waar jij geweest bent. Kijk al weer uit naar je volgende blog. Liefs Netty en Jos

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dag lieve Lisanne, wat heb je weer prachtig geschreven, het is zo bijzonder wat jij allemaal ziet en meemaakt! En dan al die prachtige roze bomen , wat zal je ervan genieten, dat is echt jouw kleur he? En weer super foto s gemaakt, en het eten ziet er ook weer zo lekker uit! Veel liefs en tot de volgende keer, groetjes en xxx Ludo en Anne marie

    BeantwoordenVerwijderen